

Meer van Beloved Daughter:
























Meer van Beloved Daughter:
Soms brengt God de storm tot stilte,
Soms brengt God de storm tot stilte,
Soms leidt Hij ons er doorheen.
In de stormen van het leven
Zijn we niet alleen.
Soms geneest Hij ons van ziekte,
Soms laat Hij het lijden toe.
Hoe het ook zij,
Hoe het ook zij,
Hij is erbij.
Soms tilt God ons over bergen,
Soms voert Hij ons er omheen.
Maar hoe zwaar de weg ook zijn zal,
Wij gaan niet alleen.
Soms draagt Hij ons in zijn armen,
Soms laat Hij ons even gaan.
Hoe het ook zij,
Hoe het ook zij,
Hij is erbij.
Hoe het ook zij,
Hoe het ook zij,
Hoe het ook zij,
Hij is erbij.
Opwekking
Alleen gelaten
je was zo'n prachtig kindje.
zo lekker vrolijk en spontaan.
in mijn hand alleen een foto.
jij bent bij mij weggegaan.
je lach klinkt niet meer door ons huis.
de herinnering doet zo'n pijn.
hoe kon dit toch gebeuren.
waarom heeft het niet zo mogen zijn.
Hoe moet ik hiermee omgaan?
Ik begrijp het doel hier niet van.
God kunt u mij zeggen:
was dit volgens Uw plan?
Ik voel me zo gebroken.
Ik word verscheurd door het verdriet.
Help mij god u te vertrouwen,
al zegt mijn gevoel dat niet.
mijn hart ligt hier in duizend stukjes.
'k voel me kwaad, verraden en alleen.
elk stukje lijkt te schreeuwen.
help mij toch! help mij hierdoor heen!!
Laat mij geloven dat ik op een dag,
Weer zal lachen weer zal leven.
Dat er een tijd komt dat ik zal zien,
hoe Uw liefde mij heeft omgeven.
Hoe moet ik hiermee omgaan?
Ik begrijp het doel hier niet van.
God kunt u mij zeggen: was dit volgens Uw plan?
Ik voel me zo gebroken.
Ik word verscheurd door het verdriet.
Help mij god u te vertrouwen,
al zegt mijn gevoel dat niet.
Hoe moet ik hiermee omgaan?
Ik begrijp het doel hier niet van.
God kunt u mij zeggen: was dit volgens Uw plan?
Ik voel me zo gebroken.
Ik word verscheurd door het verdriet.
Help mij God U te vertrouwen,
al zegt mijn gevoel dat niet.
Help mij God U te vertrouwen,
ik weet dat U mij ziet.
Opwekking
Luid roep ik God, ik schreeuw het uit,
Red mij, God,
het water staat aan mijn lippen,
3 ik zink weg in bodemloos slijk
en vind geen grond voor mijn voeten,
ik ben in diep water geraakt,
de stroom sleurt mij mee.
God
4 Uitgeput ben ik van het roepen,
mijn keel is schor geschreeuwd,
mijn ogen zijn verzwakt
van het uitzien naar mijn God.
5 Talrijker dan de haren op mijn hoofd
zijn zij die mij haten zonder reden,
met velen zijn mijn belagers,
mijn vijanden die mij bedriegen:
teruggeven moet ik
wat ik niet heb geroofd.
6 God, u kent mijn lichtzinnig leven,
mijn schuld is u niet ontgaan.
7 Laat ik niet beschamen wie naar u uitzien,
HEER, God van de hemelse machten,
laat wie u zoekt niet om mij te schande staan,
God van Israël.
8 Om u moet ik smaad verduren
en bedekt het schaamrood mijn gezicht.
9 Ik ben voor mijn broers een vreemde geworden,
een onbekende voor de zonen van mijn moeder.
10 De hartstocht voor uw huis heeft mij verteerd,
de smaad van wie u smaadt, is op mij neergekomen.
11 Ik huilde tranen toen ik vastte,
maar wat ik oogstte was hoon,
12 ik hulde mij in een boetekleed,
maar verachting werd mijn deel.
13 In de stadspoort wordt over mij gepraat,
en de liedjes van drinkers spotten met mij.
14 En nu, HEER, richt ik mijn gebed tot u,
laat dit een uur zijn van mededogen.
Groot is uw ontferming, God, antwoord mij,
toon uw trouw en red mij.
15 Trek mij uit het slijk voordat ik wegzink,
laat mij ontkomen aan wie mij haten,
haal mij uit dit diepe water.
16 Laat de stroom mij niet meesleuren,
het slijk mij niet verzwelgen,
de afgrond zijn muil niet boven mij sluiten.
17 Antwoord mij, HEER, u bent genadig en goed,
keer u tot mij, zie mij in erbarmen aan.
18 Verberg uw gelaat niet voor uw dienaar,
antwoord mij snel, want de angst benauwt mij.
19 Wees mij nabij en bevrijd mij,
verlos mij van mijn vijanden.
20 U kent mijn smaad, mijn schande, mijn schaamte,
al mijn belagers staan voor u.
21 Smaad heeft mijn hart gebroken, ik ben radeloos,
ik hoopte op mededogen – vergeefs;
op troost – die ik niet vond.
22 Nee, ze mengden gif door mijn eten
en lesten mijn dorst met azijn.
23 Laat hun tafel hun valstrik worden
en een valkuil voor hun vrienden.
24 Laat het licht uit hun ogen verdwijnen,
beroof hun lendenen van alle kracht.
25 Stort over hen uw toorn uit,
laat hen aan uw woede niet ontkomen.
26 Maak hun woonplaats tot een woestenij,
verdrijf uit hun tenten de laatste bewoner.
27 Want zij vervolgen wie u hebt geslagen,
en wegen het leed van wie door u is verwond.
28 Voeg dit alles toe aan hun schuld,
sluit hen uit van uw genade,
29 schrap hun namen uit het boek van het leven,
laat ze niet geschreven staan bij de rechtvaardigen.
30 Ik ben verzwakt, ik ben verwond,
maar uw hulp, o God, zal mij beschermen.
31 De naam van God wil ik loven met een lied,
zijn grootheid met een lofzang prijzen.
32 Dat behaagt de HEER meer dan offerdieren,
dan stieren met hun horens en hoeven.
33 De nederigen zien het en verheugen zich,
wie God zoeken, hun hart zal opleven.
34 Want de HEER hoort de armen,
zijn gevangen volk verwerpt hij niet.
35 Hemel en aarde moeten hem loven,
de zeeën, met alles wat daarin leeft.
36 Want God zal Sion redden
en de steden van Juda herbouwen.
Daar zal worden geleefd en geërfd,
37 het volk dat hem dient, zal het land bezitten,
wie zijn naam liefheeft, mag er wonen.
Psalm 69
|
Hoor, o God, mijn smeken,
Wees mij genadig, God, wees mij genadig,
This is my cry - lyrics
Looking back over the years
Seeing what I have become
I was probably more like a stranger to You
Than an intimate son I used to run away
Hiding from the truth
Living a lie, like a heart without a home
'Till I found myself in You
So here You are to comfort me
My Father and my Friend
I humbly bow before the One
Whose love will never end
This is my cry, oh mercy of God
That You will write Your name across my heart
I will never be the same
When You lift me up, wipe the tears from my face
Bring me home into
Your warm embrace
Forever
I will shelter in Your grace
You want me close,
You want me near
You've been waiting for to long
You invite me to come to Your table of mercy
Through the pain, through the tears
So here I am to worship You
My Father and my King
I humbly bow
before Your throne
To surrender everything
This is my cry, oh mercy of God
That You will write Your name across my heart
I will never be the same
When You lift me up,
wipe the tears from my face
Bring me home into Your warm embrace
Forever I will shelter in Your grace
Kees Kraayenoord
Ik zie steeds Uw Vaderarmen
zo beschermend om ons heen
om alle pijn en moeite
U laat ons niet alleen.
Om ons verdriet,
onze twijfels onze vragen en ons leed
U bent een God van heel dicht bij
een Vader die ons Liefde geeft.
Die vol geduld en mededogen fluistert:
Kom bij Mij
juist als het leven pijn doe
t ben Ik je heel dicht nabij.
Leg al je zorgen en je twijfels
maar bij Jezus neer
alleen Hij kan het dragen
zo komt rust in je leven weer.
Cobie van der Hoeven
Bergen zullen wankelen.
maar Gods woord houdt altijd stand.
Waarom zou ik vrezen?
Niemand houdt mij uit zijn Hand.
Mensen zullen falen,
ook de wereld zal vergaan.
Maar wie bouwt op Jezus,
zal in eeuwigheid gestaan.
Mijn leven is zeker in Gods hand,
mijn leven houdt dankzij Jezus stand,
volkomen zeker in Gods Hand!"
Onbekend